Voeding

Alles over de eerste hapjes

Hoe weet je of je baby toe is aan de eerste hapjes?

Ergens tussen de 4 en de 6 maanden kun je beginnen met het geven van het eerste hapje. Misschien laat je kindje duidelijk merken dat hij wel iets lust, door met veel interesse te kijken hoe jij eet, meer smakkende geluidjes te maken of veel op zijn handje te sabbelen. Je hoeft niet bij de vier maanden in de startblokken te staan met je lepel: als hij nog geen signalen geeft, is het prima om nog wat weekjes te wachten. Het advies is wel vóór de zes maanden te starten.
Belangrijk is dat je kindje rechtop zit en goed kan slikken als je met een oefenhapje start.

Best spannend, zo’n eerste hapje! Pureer je zelf iets, of pak je een potje? En wat is beter: beginnen met fruit of groente? Geen stress, en gaan met die banaan. Want jawel, banaan is een heel geschikt stuk fruit om mee te beginnen. Maar wat nog meer?

Wat geef je als oefenhapje?

Je kindje had tot nu toe alleen nog maar melk op het menu, dus of je nu gepureerde peer voorschotelt of zoete aardappelpuree: voor je baby wordt het hoe dan ook een ware smaakexplosie. Iets met een zachte smaak, zorgt dat het verschil met de zoete smaak van borst- of flesvoeding niet zo levensgroot is. Geschikt fruit om mee te beginnen voor je baby is dan ook: banaan, perzik, peer en meloen. Groente met een zachte smaak, is bijvoorbeeld bloemkool, boontjes, broccoli, worteltjes, doperwten, pompoen of wortel.

Eerst groente of eerst fruit?

Er zijn deskundigen die adviseren te beginnen met groenten. Baby’s zouden een aangeboren voorkeur hebben voor zoet, waardoor de kans groot is dat het fruit lust, maar aan de groente wat langer moet wennen. Tussen de vier en zes maanden staat een baby hartstikke open voor nieuwe smaken, dus lijkt dat de perfecte tijd om te wennen aan groenten.

De eerste hapjes zijn puur bedoeld om te oefenen met vaste voeding, het zijn oefenhapjes. Je kindje went aan andere smaken dan uitsluitend die van melk. Ook leert het happen van een lepel en oefent de mondspieren. De oefenhapjes vervangen nog geen voeding of fles, ze zijn extra. Je zult ook gauw genoeg merken: zoveel krijgt je kindje er niet van binnen. Het meeste belandt in zijn slab of ergens op zijn gezicht of in zijn haren.

Het is dan ook zeker een momentje voor in de fotoboeken. Heb je het idee dat peer niet in de smaak valt, dan kun je een volgende keer voor perzik gaan. Maar het is heel normaal dat je kindje een smaak pas waardeert na 10 tot 15 keer proberen. Daarom kun je één smaak meerdere keren laat proeven, dit hoeft niet per se op achtereenvolgende dagen. Lekker variëren mag.

Hoe vaak geef ik een oefenhapje?

Je kunt beginnen dit 1 à 2 keer per dag aan te bieden, en dan een heel kleine portie. Zo’n 3 à 4 babylepeltjes per keer. De darmen van je baby moeten nog wennen aan vast voedsel en daardoor kan je kindje krampjes krijgen. Het beste moment om te geven is tussen twee melkvoedingen in. Je wilt namelijk niet het risico lopen dat je kindje geen zin meer heeft in zijn melk, want die voedingen heeft hij nog écht nodig.

Hoe weet ik of mijn kindje allergisch is voor iets?

Juist om de kans op een voedselallergie te verkleinen, is het belangrijk om tussen de vier en zes maanden te beginnen met de oefenhapjes. Al vroeg in kleine hoeveelheden iets eten, zorgt voor een hogere tolerantie. Dat geldt ook voor pindakaas en ei. Vroeger werd gedacht dat je kindje een jaar moest zijn voordat hij die producten kreeg. Nu is het advies juist om het vóór 8 maanden al te geven. En als je baby ernstige eczeem heeft of een voedingsallergie wordt zelfs aangeraden er nog eerder mee te starten, bij voorkeur al vóór de zes maanden. Hoort jouw kindje tot die laatste groep, overleg dan altijd eerst wel even met de behandelend arts of diëtist.

Heeft je kindje na de oefenhapjes krampjes? Misschien geef je te veel en kunnen de darmen het niet helemaal aan. Maar het kan ook zijn dat de darmpjes zich nog iets meer moeten ontwikkelen. Je hoeft niet per se bij 4 maanden te beginnen met de eerste hapjes. Als jij denkt dat je kindje er nog niet aan toe is, kun je het ook nog uitstellen tot de vijfde of zesde maand. Als je twijfelt, kun je altijd advies vragen bij het consultatiebureau.

Lees ook: waarvoor kan ik allemaal terecht bij het consultatiebureau? 

Wat mag mijn baby van 4 maanden nog niet eten?

Er zijn voedingsmiddelen die nog niet geschikt zijn voor je kindje, of waarvan de kans groot is dat er bacteriën opzitten, waar kinderen extra gevoelig voor zijn.

Het gaat dan om rauw vlees, orgaanvlees (zoals lever), rauwe vis en rauwmelkse kaas, 
smeerworst, smeerkaas en honing

Waarom je deze producten beter nog even niet kunt geven, en wanneer ze wel op het menu mogen, lees je op de site van het Voedingscentrum. 

Je kunt zelf groente- of fruithapjes maken, maar groente of fruit uit een potje is net zo gezond, blijkt uit onderzoek. 
De Bio menupotjes van Bon Bébé zijn qua smaak en textuur helemaal afgestemd op de leeftijd van je kindje. Er zijn hapjes voor verschillende fases, zoals vier maanden+, zes maanden+, en ook voor later: 8, 12 en 15 maanden+. Zo weet je zeker dat er niet te grove stukjes in het hapje zitten. Ook fijn is dat ze volledig biologisch zijn, dat geldt ook voor de potjes met fruit. Voor elke leeftijd kun je kiezen voor andere (pure) smaken en smaakcombinaties.

Je kunt zelf pureren natuurlijk ook afwisselen met het geven van een potje. Voor de momenten dat het even druk is, of jullie niet thuis zijn.

Ga je zelf babyvoeding maken, voeg dan geen extra zout of suiker toe. En zeker geen honing. Na het pureren, kun je nog wat water toevoegen om te zorgen dat het hapje niet te dik is.

Oefenhapjes, na 6 maanden

Na zes maanden heeft je baby de oefenhapjes echt nodig. Hij heeft nu behoefte aan meer energie en voedingsstoffen, dan hij uit moedermelk of flesvoeding alleen kan halen. Dit geef je nog wel náást de hapjes. Je kunt het aanbod aan smaken nu wat uitbreiden, door een aardappel of beetje rijst bij de broccoli (beide gepureerd of goed geprakt) aan te bieden of voor een Bio menumaaltijd van Bon bébé te kiezen, zoals pompoen, rijst, kip of pastaschotel met kaas.
Het voordeel is dat je dan niet apart voor je kindje hoeft te koken voor die paar happen die hij eet.
Of dat jij verplicht die dag dan ook broccoli en aardappel moet eten. 

Vanaf acht maanden zal vaste babyvoeding de melkvoeding stap voor stap vervangen, en vanaf 12 maanden zal je kindje met de pot kunnen mee-eten. Het Voedingscentrum heeft een opbouwschema mocht je wat handvatten willen. 

Broodje eten

Wanneer je kindje al goed gewend is aan oefenhapjes en wat grovere stukjes aankan, kun je hem een broodje (zonder korst) geven. Meestal is dit rond de vijf of zes maanden. Eventueel kun je het broodje dopen in een beetje moedermelk of kunstvoeding (geen koemelk!) Beleggen hoeft in deze fase nog niet.

In brood zitten koolhydraten, eiwitten, vezels, jodium, vitamine B en ijzer: allemaal fijn om binnen te krijgen, dus. Begin met bruin of tarwebrood, zonder pitten en zaden. Volkorenbrood bevat meer vezels en daar kunnen de darmen in het begin nog niet zo goed tegen.

Om te leren kauwen geef je je kindje vanaf 7 maanden brood met korst. Maak je niet druk als je kindje nog geen tanden of kiezen heeft, al sabbelend en bijtend met zijn kaken peuzelt hij het op. Een goede oefening voor de mondspieren. Wanneer dit goed gaat, kun je langzaam overgaan op volkorenbrood. Eventueel belegd met een dun laagje margarine.

Wennen aan hapjes doet je kindje, net als kruipen en praten, in zijn eigen tempo. Lukken de grovere stukjes nog niet zo, ga dan voor fijnere stukjes. Twijfel je of het goed gaat met de vaste voeding, omdat je kind bijvoorbeeld niets wil eten of omdat hij ineens meer last van krampjes heeft? Dan kun je altijd even contact opnemen met het consultatiebureau.