De eerste hapjes: zo pakten deze ouders het aan

De ene baby kijkt al voor hij vier maanden is het eten uit je mond, terwijl het andere kind rustig afwacht tot hij een half jaar oud is. Wanneer je ook begint met het geven van de eerste hapjes: het is niet alleen een bijzonder moment, voor veel kinderen (en ouders) is het ook even wennen. Benieuwd hoe andere ouders het aanpakten? Lees & leer!

Renée (35), moeder van Mick (2)

‘Mijn zoon trok bij het eerste hapje, gestampte zoete aardappelen, meteen een vies gezicht. Hij wist zich geen raad met wat en er in zijn mond zat en had geen idee hoe hij het weg moest krijgen. Het is natuurlijk ook wel een overgang. Al die nieuwe structuren. Ook voor mij was het even wennen. Ik gaf borstvoeding. Zodra je dan het eerste hapje geeft, besef je dat je niet meer de enige ‘voedingsbron’ bent voor je kind. Gelukkig viel het goed te combineren.’

Lisanne (33), moeder van Nabil (1)

‘Ik ben met vier maanden met de eerste hapjes begonnen, zoals wordt aangeraden. Eerst gaven we vooral dingen als fijngeprakte of gepureerde wortel en banaan. Hij snapte in het begin totaal niet hoe hij van een lepeltje moest eten, dus de eerste keren zoog hij het vooral van mijn vingers af. Zo’n grappig gezicht! We hebben de eerste hapjes rustig uitgebreid met andere smaken en combinaties met bijvoorbeeld aardappel. Gelukkig was Nabil vanaf het begin een makkelijke eter, dus over het algemeen kijkt hij niet raar op bij nieuwe smaken.’

Josephine (30), moeder van Floris (4) en Thomas (3)

‘Ik gaf beide jongens eerst alleen gekookte groente. Ik had het idee dat het zure van fruit wat heftig zou zijn voor de buik. Ik maakte bijvoorbeeld gepureerde wortel, pompoen, broccoli of boontjes. Vervolgens gaf ik steeds een hele week hetzelfde om goed aan de smaak te wennen. Als eerste fruithap gaf ik gekookte appel of peer. Daarna banaan. Bij Floris begon ik rond drieënhalve maand, met name omdat iedereen zei dat het moest. Maar het duurde heel lang voordat hij echt at. Bij Thomas startten we pas met hapjes toen hij vijf maanden was. Hij wende veel sneller aan vast voedsel dan zijn broer.’

Annemarie (29), moeder van Dylan (4) en Emmy (1)

‘Bij Dylan ging het vaste eten er meteen goed in. Hij was er dan ook echt klaar voor. Op een gegeven moment keek hij echt het eten uit onze mond. Het eerste hapje was een fijngeprakt stukje banaan. Achteraf heb ik gelezen dat je beter groente eerst kunt geven, zodat je kind ook de minder zoete smaken leert waarderen. Gelukkig is Dylan inmiddels wel een groenteliefhebber.’

Joëlle (36), moeder van Lola (3) en Lente (10 maanden)

‘Lola at de allereerste keer gepureerde wortel en dat ging er best goed in, maar daarna ging het helaas niet fantastisch. Het bleek lastig, dat vaste voedsel en van een lepel eten. Ze at dan ook niet goed. Met uitgebreide clown-acts en speelgoed probeerden we haar enthousiast te krijgen voor de hapjes. Als we die calorieën en voedingsstoffen er maar in kregen.

De eerste negen maanden gaf ik alleen maar verse, zelfgemaakte hapjes. Tijdens een logeerpartij waren de zelfgemaakte hapjes op en gaf ik voor de verandering eens eten uit een potje. Toen heeft ze voor het eerst een hele maaltijd opgegeten. Hoera! Vanaf toen sloeg ik dus potjes in. Gewoon met ons mee-eten bleef een gevecht, dus ze heeft bijna tot haar derde eten uit potjes gekregen. Zeker drie keer per week. Brood en crackers wil ze wel, maar van het avondeten kan ze nog steeds niet echt genieten.’

Emilie (34), moeder van Otto (4) en Floor (3)

‘Bij Otto pushten mensen best wel om hem met vier maanden al iets te geven, maar dat vonden we een beetje vroeg. Met vijf maanden begonnen we met pompoen en zoete aardappel. Hij vond het meteen heel lekker, zo leuk. We gebruikten een stoomapparaat waarmee je ook kan mixen, heel handig. Het is zo’n leuke ontwikkeling om mee te maken, dat je kinderen ineens gewoon eten. Ik gaf ze ook de kans om zelf allerlei soorten eten te ontdekken door te voelen en te proeven. We gaven daarnaast ook potjes, met name bij de eerste hapjes. Heel handig om altijd een voorraadje daarvan te hebben, voor thuis en om mee te kunnen nemen.’