Vanaf 1 jaar wordt vast voedsel echt belangrijk. Je kindje is nu baby-af, het is een echte peuter. Bijten en kauwen gaan steeds beter. En de darmen kunnen het vaste voedsel steeds beter verteren. Je kindje gaat ook al oefenen met “selluf” eten: stukjes brood van het bordje pakken en misschien zelfs al met een lepeltje eten. Het is een beetje knoeien in het begin, maar al doende leert men en je kind dus ook.
Met de pot mee
Vanaf 1 jaar kan je kindje alles mee-eten. Natuurlijk moet je het eten soms wat fijner snijden of wat beter prakken. Ook als je kind een peuter is, kun je beter niet te veel zout gebruiken. (Voor jezelf is minder zout ook goed.) Gebruik je scherpe kruiden? Wees daar in het begin voorzichtig mee, en laat je kind daar stap voor stap aan wennen.
Wat heeft je kind nu nodig?
Je kind kan heel goed aangeven hoeveel het wil eten. Dat merk je snel genoeg. Natuurlijk zijn er wel verschillen tussen kinderen. En soms kan je kind een periode veel eten en daarna weer een tijd veel minder. Dat is prima en is ook niets om je zorgen over te maken, zolang je kind maar goed blijft groeien. Groeien gaat niet meer zo hard als in het eerste jaar. Het Voedingscentrum geeft algemene richtlijnen voor de basis van een gezonde voeding.
Dit zijn de aanbevolen hoeveelheden per dag voor kinderen van 1 tot en met 3 jaar:
- Fruit: 1,5 stuks (of 150 gram)
- Groente: 1-2 opscheplepels (50-100 gram)
- Aardappelen, pasta, rijst, peulvruchten: 1-2 opscheplepels (50-100 gram)
- Brood: 2-3 sneetjes (70-105 gram
- Kaas: 0,5 plak (10 gram)
- Melk en melkproducten: 2-3 bekertjes (300 milliliter)
- Vlees, vleeswaren, kip, vis, ei, vleesvervangers: 60 gram
- Bak-, braad- en frituurproducten, olie: 1 eetlepel (15 gram)
- Halvarine (smeerboter): 5 gram per sneetje brood (10-15 gram)
- Drinken: 750 ml (inclusief melk)
Extra vitamine D
Voor de opbouw van botten en tanden heeft je kind tot 4 jaar elke dag nog extra vitamine D-druppels of -tabletjes nodig (10 microgram).
Gezonde eetgewoontes
Met goede eetgewoontes leg je de basis voor de gezondheid van je kind. Maar je dreumes ontdekt langzamerhand ook zijn of haar eigen wil en gaat daarmee experimenteren. Dat maakt het voor jou niet altijd even makkelijk. Misschien heb je iets aan onze tips:
Aan tafel:
- Wil je kind een bepaald voedingsmiddel of gerecht niet eten? Dring het niet op en haal het bordje eventueel weg. Maar schrap het niet helemaal van je menu. Bied het na een tijdje nog een keer aan. Grote kans dat je dreumes het op een gegeven moment wel wil eten. Over het algemeen moet een kind vijf tot tien keer iets proeven om te wennen aan een nieuwe smaak.
- Zien eten doet eten. Laat je kind gezellig met je mee-eten aan tafel en geef zelf het goede voorbeeld door met veel smaak te eten.
- Eet gezellig samen aan een gedekte tafel op vaste tijden. Dit geeft duidelijkheid en rust en het stimuleert om te eten.
- Schep met mate op, dan heb je de meeste kans dat het bordje leegkomt. Later een extra schepje geven kan altijd nog.
- Beloon niet voor een leeg bord en straf niet voor een vol bord. Voor je het weet wordt eten een machtsmiddel. Het bord hoeft ook niet leeg, je kindje kan prima zelf bepalen wat en hoeveel het nodig heeft. Vertrouw daarop.
- Ga niet te laat aan tafel: je kind kan dan gewoon te moe zijn om te eten.
Gezonde voeding algemeen:
- Start de dag met een gezond ontbijt.
- Geef je kind een uur voordat jullie gaan eten geen energierijke drankjes of snacks meer. Anders heeft het echt geen honger.
- Je kindje heeft niet meer zoveel melk nodig als in het eerste jaar. Het heeft genoeg aan zo’n 300 ml en daaronder vallen ook producten als vla, yoghurt en yoghurtdranken. Bij meer melk is de kans groot dat de voeding uit balans raakt. De voeding bevat dan veel meer eiwit en kalk dan nodig.
- Na het eerste jaar heeft je kind minder vet nodig. Kies net als voor jezelf voor onverzadigde vetten. Gebruik voor het bereiden van de warme maaltijd een vloeibare margarine of olie en kies voor halfvolle of magere melkproducten (ook kaas), mager vlees en magere vleeswaren.
- Geef je kind voldoende voedingsvezels. Dit is belangrijk voor een goede darmwerking.
- Geef je kind voldoende ijzerrijke producten. Kleine kinderen lopen het risico te weinig ijzer binnen te krijgen en dat kan leiden tot bloedarmoede. In producten als vlees(waren), volkoren- en bruinbrood, graanproducten, aardappels, groenten en appelstroop zit veel ijzer. Er is verschil tussen ijzer uit dierlijke producten en ijzer uit plantaardige producten. Ons lichaam neemt ijzer uit plantaardige producten makkelijker op als je er vitamine C bij gebruikt. Geef je kind daarom bij elke maaltijd iets van fruit, citrussap of groenten. IJzer uit dierlijke producten wordt sowieso makkelijk opgenomen.
Het belang van variatie
De beste manier om ervoor te zorgen dat je dreumes alle voedingsstoffen binnenkrijgt is variatie. Er is namelijk geen enkel voedingsmiddel dat alle voedingsstoffen bevat. Het ene product is rijk aan vitamine C en voedingsvezel (fruit) en het andere is rijk aan eiwit en ijzer (vlees). Variatie zorgt er ook voor dat je kind diverse smaken, kleuren en structuren leert kennen. En zo op den duur veel verschillende dingen lust en een makkelijke eter wordt.
Variatie in de praktijk:
- Niet elke maaltijd vlees of gevogelte, maar minimaal 1x per week vis en ook eens een maaltijd zonder vlees.
- Varieer zo veel mogelijk in groentesoorten en geef de ene keer groenten uit de wok, dan weer rauwkost en dan weer eens gekookt.
- Geef afwisselend aardappels, rijst of pasta.
- Geef elke keer een ander soort fruit.
- Geef verschillende soorten broodbeleg.
- Varieer ook in tussendoortjes.
Tussendoortjes
Je kind heeft vast al een tandje en er komen er steeds meer bij. Om die tanden gezond te houden is het belangrijk om ze vanaf het begin goed te poetsen. Zorg er ook voor dat je kind maximaal zeven keer per dag iets eet of drinkt. Dat betekent maximaal vier keer per dag een tussendoortje. Want elke keer dat je kind iets eet of drinkt, zetten bacteriën de suikers uit de voeding om in zuur. Dit zuur tast de tanden en kiezen aan. Dat gebeurt ook als je alleen maar melk of fruit geeft.
Het is natuurlijk niet alleen goed voor de tanden om niet te veel tussendoor te eten of te drinken. Ook voor het gewicht is dat beter. Steeds meer kinderen in Nederland zijn te dik. Probeer je kind op gewicht te houden. Dat kan door het aantal tussendoortjes te beperken tot maximaal vier keer per dag. Dat geldt ook voor dranken. Leer je kind dat water of thee (zonder suiker) ook goede dorstlessers zijn. En laat je dreumes zoveel mogelijk buitenspelen en bewegen.
Gezonde tussendoortjes
- stukje fruit
- gedroogd fruit, zoals rozijntjes en abrikoosjes
- groente (snoeptomaatjes, stukje komkommer, wat worteltjes)
- soepstengel
- rijstwafel
- ontbijtkoek
- droge crackertjes
- volkoren biscuitjes
- ongezoet (verdund) vruchtensap
- water
- thee (zonder suiker)
- halfvolle of magere melk(producten)
Het belang van bewegen
Steeds meer kinderen in Nederland zijn te dik, ook jonge kinderen. Probeer te voorkomen dat jouw kind te zwaar wordt. Een gezonde leefstijl is daarvoor de basis. Dit betekent een gezonde voeding én voldoende bewegen.
Voor kinderen is beweging extra belangrijk, want zo leren ze hun lichaam gebruiken. Laat je kindje zich lekker uitleven: hollen, klimmen, klauteren, dansen … Ga samen veel naar buiten, laat je dreumes lekker spelen in een speeltuin, speel verstoppertje of speel met de bal.
Lees meer over gezond eten en bewegen met kinderen op de site van het Voedingscentrum.
Meer informatie? Neem dan contact op met Bonbébé via 0800 – 266 23 23 (gratis). We staan 7 dagen per week, 24 uur per dag voor je klaar.
KOAG/KAG-nr. 4557-0120-0081