Zwangerschap

Alles over de bevalling

40

Hoe gaat een bevalling?

Als de bevalling een auto was, zou je kunnen zeggen dat hij er is in veel verschillende uitvoeringen. Er is niet zoiets als ‘de bevalling’. Wel zijn er een aantal fases die je waarschijnlijk zult doorlopen tijdens je bevalling. Al is ook dat niet met zekerheid te zeggen, want als je een geplande keizersnede krijgt, verloopt jouw bevalling anders dan wanneer je op de natuurlijke manier bevalt.

In dit artikel bespreken we de bevalling ‘volgens het boekje’, met daarbij een aantal zijroutes die allemaal leiden tot hetzelfde doel: je kindje in je armen.

Hoe voelt een wee?

Weeën zijn vaak de allereerste aankondiging dat je bevalling begint. Maar of je een wee hebt, is soms lastig te bepalen. Harde buiken, oefenweeën, voorweeën: deze heb je de afgelopen weken misschien ook al wel gehad en ze kunnen behoorlijk hetzelfde voelen. Probeer bij de eerste wee niet direct ‘aan’ te staan. Zoek afleiding, kijk het even aan. Een tip is ook om onder een warme douche te gaan. Door warmte komt ontspanning, en kunnen de weeën toenemen. Zwakt het door de warmte af, dan zijn het onregelmatige weeën en niet het soort waardoor je ontsluiting krijgt. Waarschijnlijker zijn het dan harde buiken of oefenweeën.

In het begin kunnen de krampen kort, onregelmatig en mild zijn en kun je (als je hoofd daar nog naar staat) doorgaan met wat je aan het doen was. Misschien sliep je wel, want de meeste bevallingen beginnen ’s nachts. Je kunt proberen verder te slapen, misschien heb je nog een lange dag voor de boeg en dan zijn deze extra uurtjes slaap mooi meegenomen. Ditzelfde geldt natuurlijk voor je (beval)partner. Laat de lampen lekker uit en blijf rustig: juist in de rust en het donker kun je goed ontspannen en kunnen de bevallingshormonen optimaal stromen. Een tafel-, nacht-, of zoutlampje kan uiteraard wel aan.

Zijn mijn vliezen gebroken?

Misschien begint je bevalling niet met weeën, maar met het breken van je vliezen. Dat gebeurt bij 10% van de bevallingen. Je merkt dan dat je vruchtwater verliest. Hier kun je ook even over twijfelen, want urineverlies en afscheiding zijn ook normaal in de laatste fase van je zwangerschap. Ruikt het vocht zoetig en blijft het stromen? Dan is het waarschijnlijk vruchtwater.

Als je vliezen breken, hoeft het niet te betekenen dat de bevalling direct op gang komt. Het kan even duren voordat je er weeën bij krijgt. Het liefst ziet een verloskundige wel dat je binnen 48 uur bevalt omdat er door de gescheurde vliezen kans is dat een infectie gemakkelijker bij de baby kan komen.

Ongeveer 70% van de vrouwen bevalt binnen de 24 uur. Het is ook mogelijk dat je verloskundige of gynaecoloog beslist de weeën op gang te brengen met weeënopwekkers. Hiervoor ga je naar het ziekenhuis.

Is de bevalling begonnen?

Naarmate de bevalling vordert, zullen de weeën langer, regelmatiger en intenser worden. Dan kun je de weeën gaan timen. Om de hoeveel minuten komen ze, is er een regelmaat in te ontdekken? Wanneer je de verloskundige belt, zal ze dat willen weten.

Als de weeën niet meer afnemen en regelmatig zijn, is de bevalling begonnen! Je zit nu in de ontsluitingsfase: dit is de eerste fase van de bevalling. De regelmatige en krachtige weeën zorgen ervoor dat je baarmoederhals zich begint te openen (ontsluiten). Deze fase kan enkele uren tot zelfs dagen duren. De weeën duren dan ongeveer 1 à 1,5 minuut per keer en komen om de 3 à 5 minuten.

Hoeveel ontsluiting heb ik?

De verloskundige zal langskomen en door inwendig onderzoek te doen, voelt zij hoeveel centimeter ontsluiting je hebt, of de baarmoedermond aan het verkorten is en of deze al zacht is of nog stug. Als je hebt aangegeven in het ziekenhuis te willen bevallen, kan dit het moment zijn dat de verloskundige zegt dat je kunt gaan. Maar het kan ook zijn dat je nog even thuis kunt blijven. Ben je voorbij de 37 weken en wil je graag thuis bevallen, dan kan de verloskundige afhankelijk van je ontsluiting bij je blijven of aangeven dat ze later weer terugkomt.

Afhankelijk van de afspraak die je hebt gemaakt met de kraamverzorgende, kun je deze ook bellen om te assisteren bij je thuisbevalling.

Uiteindelijk zal de baarmoederhals zich volledig openen (je hebt dan 10 cm ontsluiting), wat nodig is om de baby door het geboortekanaal te laten gaan. Dit gaat bij de één sneller dan bij de ander. Hoe snel de ontsluiting gaat, hangt af van de weeën en of je eerder bevallen bent. Ook speelt mee hoe ver je kindje is ingedaald en hoe zijn positie is. Ontspanning en overgave is ook belangrijk. Hoe meer jij kunt ontspannen tijdens en tussen de weeën door, hoe meer hormonen je aanmaakt die je helpen bij de bevalling.

Gaat de ontsluiting volgens het boekje, dan komt er elk uur ongeveer een centimeter bij. Maar het kan soms ook heel snel gaan en soms lijkt het een tijdje stil te liggen. Als je ontsluiting niet vordert, is dat natuurlijk heel frustrerend, maar er kunnen echt vorderingen zijn van binnen. Je baarmoedermond is wellicht platter en zachter geworden of het hoofdje van de baby is dieper ingedaald in het bekken. De ontsluiting geeft dus geen compleet beeld van hoe je bevalling er voor staat en is daarbij een momentopname.

Zijn dit persweeën?

Wanneer je tien centimeter ontsluiting hebt, je baby is ingedaald en je een drang voelt om te drukken (sommige vrouwen omschrijven het als het gevoel dat ze moeten poepen) dan is het tijd voor de volgende fase van de bevalling: het persen.

Persweeën voelen flink anders dan ontsluitingsweeën. Sommige vrouwen vinden het fijner omdat ze het gevoel hebben zelf iets kunnen doen, namelijk mee persen. Het kan zijn dat je lichaam heel goed weet wat het moet doen en dat het voelt als een kracht die je niet kunt tegenhouden. Het kan ook zijn dat je even moet schakelen van het focussen op ademhaling naar persen. Hier kan de verloskundige je heel goed bij helpen. Elke perswee duwt het hoofdje van je baby verder in je bekken.

Tijdens het persen maakt de baby een draai door het bekken, onder je schaambot door en moet als het ware ‘door een bochtje’. Als deze bocht gemaakt is, blijft het hoofdje ‘staan’: een groot deel van het hoofdje is dan te zien. Als het hoofdje staat, geeft dat een brandend gevoel, de ‘ring of fire’ noemen ze het ook wel. Een warme washand bij je vagina kan wat verzachting geven. Het is wel echt een teken dat je baby bijna geboren is. Als je wilt, kun je tijdens het persen meekijken met een spiegel. Je zult dan de haartjes en een deel van het hoofdje zien verschijnen. Maar na een perswee kan dit ook weer een klein stukje naar binnen schieten. Niets aan de hand, je vorige wee was niet voor niets: je kindje is echt weer een stukje verder door het geboortekanaal.

Hoelang duurt het persen?

Bij een eerste baby duurt het persen gemiddeld een uur en bij een tweede of volgende baby gemiddeld een half uur. Hoe snel het persen gaat, hangt af van de kracht van je weeën, hoe vaak ze komen en hoe goed het persen lukt. Ook de ligging van je baby en of je eerder bent bevallen, speelt mee.

Soms wordt je baby op het laatst nog wat geholpen, bijvoorbeeld door een knip te zetten zodat je opening van je vagina groter is en de baby er eerder of beter uit kan. En soms wordt met behulp van een vacuümpomp je baby het laatste stukje uit het geboortekanaal gehaald.

En dan is je kindje er!

Samen kunnen jullie bijkomen van dit intense avontuur van negen maanden. De bevalling zelf is helaas nog niet helemaal klaar, want de nageboorte moet nog geboren worden. Je baarmoeder zal samentrekken om de placenta los te maken en ervoor te zorgen dat je niet teveel bloed verliest. Het kan dat je dan weer wat weeën voelt, dat zijn de naweeën.

Nu de placenta nog

Je verloskundige voelt of de placenta al los is door aan de navelstreng te trekken terwijl ze aan je buik voelt. Als de placenta los ligt, word je gevraagd nog een keer te persen. De verloskundige geeft daarbij tegendruk op je buik. Vaak komen dan de placenta, navelstreng en vliezen naar buiten. Als de placenta eruit is, komt er vaak wat bloed mee. Dit is normaal en wordt minder als je baarmoeder goed samentrekt. Je verloskundige zal dit in de gaten houden.

Meestal komt de placenta binnen een half uur na de geboorte. Als dat niet zo is, kan de verloskundige medicijnen (oxytocine) geven en je aanraden om te plassen. Als het te lang duurt of als je te veel bloed verliest, kan het nodig zijn om, als je thuis bevallen bent, naar het ziekenhuis te gaan voor verdere behandeling.

Als de navelstreng is uitgeklopt (dit betekent dat de hartslag van de baby niet meer te voelen is in de navelstreng) kan de verloskundige hem doorknippen. Als je (beval)partner dat wil doen, kan dat vaak ook. En daarmee is het golden hour geopend, het uur waarbij je heerlijk huid-op-huid