Week 1

1

Zo dobber je als baby nog veilig rond in je moeders buik, alle geluiden lekker gedempt, een aangenaam temperatuurtje en zo heb je ineens alle bewegingsruimte, fel licht en harde stemmen om je heen. Alsof je van een tropisch onbewoond eiland wordt geplukt en op een koude kermis in Amsterdam wordt neergezet. Gelukkig ben jij daar om je kind geborgenheid en warmte te bieden. Dat doe je door je kindje veel vast te houden en onder andere veel huid-op-huidcontact te bieden.

Wat is huid-op-huidcontact?

Het woord zegt het al: hierbij ligt de baby zoveel mogelijk met de blote huid tegen jouw borst. Een baby heeft de eerste tijd veel huidhonger, hij of zij wil graag tegen je aan liggen. Wanneer jullie huid-op-huidcontact hebben, krijgt je kindje via zijn zintuigen informatie binnen die hem een veilig, ontspannen gevoel geeft. Ligt je kindje lekker bij je dan herkent hij de hartslag nog uit de tijd in de buik, maar hij herkent ook geur en stemmen. Je baby heeft contact met jouw lichaam nodig om voorzichtig te wennen aan zijn nieuwe omgeving. Als ouder ben je een soort reddingsboei waar je baby zich aan vastklampt.

Huid-op-huidcontact helpt bij een veilige hechting tussen jou en je kind. Wanneer je je baby vasthoudt, maak je oxytocine aan. Dit hormoon zorgt voor liefdevolle, zorgzame gevoelens en werkt als een magneet tussen jou en je baby. Want ook je baby maakt dit aan als hij geknuffeld wordt en je nabijheid voelt. Het maakt dat jullie je verbonden voelen en helpt bij een veilige hechting.

Lees hier meer over de hechting en hoe het werkt

Hoewel het misschien allesbehalve zo voelt, is dit de week waarin je zoveel mogelijk ‘rust’ kunt pakken. Dat is omdat je, in de meeste gevallen, kraamzorg krijgt. Ben je thuis bevallen dan was je kraamverzorgster hier waarschijnlijk bij. Ben je in het ziekenhuis bevallen, dan komt ze je helpen vanaf het moment dat je weer thuis bent. Ben je ’s nachts bevallen, dan start de kraamzorg waarschijnlijk de volgende ochtend op.

Wat doet een kraamverzorgster?

Fruitgezichtjes maken, de hond uitlaten, je was wegwerken en je praatgrage oudtante op tijd de deur uitwerken: over kraamverzorgsters gaan heroïsche verhalen rond. Maar een kraamverzorgster is er vooral om de gezondheid van jou en je baby in de gaten te houden. Daarbij leert ze je de basis om je baby te kunnen verzorgen. Alles wat ze meer doet, is eigenlijk bonus. Als het goed is, hebben jullie een intakegesprek gehad tijdens de zwangerschap en weet je ongeveer wat je kunt verwachten. Mocht je het gevoel hebben dat je niet met de kraamverzorgende op één lijn zit, neem dan even contact op met je kraamzorginstantie. Het is natuurlijk de bedoeling dat jij deze tijd ontzorgd wordt en er geen zorgen bijkrijgt.

Slapen

Krijg je kraambezoek, dan hebben ze mazzel als ze de ogen van de baby te zien krijgen, want de eerste weken slaapt hij veel. Zo’n 17 uur per dag. Niet achter elkaar, want zolang kan hij nog niet zonder voeding. Om de drie uur zal hij zich ongeveer melden, ook ’s nachts. ‘Slaap wanneer de baby slaapt’, wordt er vaak gezegd. En dat is niet voor niets. Je lichaam herstelt nog van de bevalling, je moet wennen aan al je nieuwe verantwoordelijkheden én je bent ’s nachts veel wakker om te voeden: dan kun je wel wat rust gebruiken. Heel logisch dus als je overdag even je ogen sluit om een dutje te doen samen met je kindje.

Voeden

Geef je borstvoeding, dan staat de eerste week ook in het teken van je melkproductie op gang helpen. In principe is het een kwestie van vraag en aanbod: hoe vaker je baby bij je drinkt, hoe meer melk je zult produceren. De eerste twee dagen is het daarom belangrijk om je baby zoveel mogelijk aan te leggen, wel zo’n acht tot twaalf keer per dag. Dat kan in het begin best een worsteling zijn: hoe moet je je armen houden, hoe ondersteun je het nekje en hoe zorg je dat je baby goed kan aanhappen? Er zijn verschillende houdingen waarin je borstvoeding kunt geven. Dít zijn de fijnste borstvoedingshoudingen.

Een babybuikje is snel gevuld, de maag is ongeveer zo groot als een kers, dus veel drinkt hij of zij de eerste tijd nog niet. Het is normaal dat je baby de eerste paar dagen wat gewicht verliest, dit houdt de kraamzorg goed in de gaten. Na een paar dagen komt er vaak weer een stijgende lijn in.

Met een borstkolf kun je de melkproductie stimuleren. Kolven wordt ook aangeraden als je een traumatische bevalling hebt gehad of te vroeg bent bevallen, waardoor je productie misschien nog niet optimaal is. Je kunt een kolf kopen, of huren. Zelf een kolf aanschaffen kan fijn zijn als je van plan bent om af en toe het voeden uit te besteden. Dan kan je partner ’s nachts eens een voeding overnemen of kraamvisite kan een flesje geven.

Stuwing

Ergens tussen dag drie en vijf kun je het gevoel hebben dat je borsten op ‘ontploffen’ staan, dit noemen ze stuwing. Ook als je geen borstvoeding geeft, kun je stuwing krijgen. Je borsten voelen warm, gespannen en pijnlijk. De oplossing ligt waarschijnlijk voor je neus: je baby. Als je hem vaker aanlegt, tussen de acht en twaalf keer per 24 uur, worden je borsten goed leeggedronken.

Stuwing, kloven: wat kun je doen als de borst geven pijn doet, of niet goed lukt 

Wanneer je geen borstvoeding geeft, vermindert de stuwing binnen een week ongeveer. De melk die zich in je borsten heeft opgehoopt, wordt weer door je lichaam opgenomen.

Reflexen

Je kindje gaat de komende jaren veel leren, maar een aantal dingen kan je baby nu al helemaal uit zichzelf. Zo is je baby geboren met reflexen, automatische reacties die hem beschermen en helpen. Je kindje heeft bijvoorbeeld een zoekreflex: wanneer je zachtjes de wang van je kleintje streelt, zal hij of zij het hoofdje automatisch die kant op draaien. Het helpt je baby te zoeken naar de borst.

De schrikreflex (ook wel Moro-reflex genoemd) is een soort beschermingsmechanisme. Als je kindje het gevoel heeft dat hij of zij valt of schrikt van iets onverwachts zal het de armpjes en beentjes wijd spreiden. Als laatste beschikt je baby over een zuigreflex. Wanneer iets de lippen van je kindje raakt, zal hij automatisch beginnen te zuigen. Kijk niet gek op als je tijdens het verschonen ineens een baby aan het topje van je neus hebt hangen. Daar is de reflex uiteraard niet voor bedoeld, het is het instinct waarmee je kindje aan de borst kan zuigen en voeding binnen krijgt.

Huilen

Natuurlijk wist je dat baby’s huilden, maar nu je zelf een kindje hebt, merk je dat het best intens kan zijn. Je bent nog bezig je kindje te leren kennen, vraagt je af of je alles goed doet en dan kan huilen je ongerust maken. Dat is heel normaal. Maar dat is huilen ook. Het is de enige manier waarop je baby kan communiceren en dat zal hij dan ook veel doen. Omdat hij honger heeft, een vieze luier, vermoeid is, getroost wil worden, er een boertje dwars zit: het kan van alles zijn. Rustige en geruststellende aanrakingen kunnen helpen, zoals het wiegen van de baby en het bieden van een veilige en warme omgeving. Sommige baby’s vinden het prettig om ingebakerd te worden voor het slapen, zodat ze zich veilig en geborgen voelen. Voel je niet schuldig als je niet meteen weet hoe je je kindje het beste kunt troosten. Blijf rustig en probeer de oorzaak van het huilen te achterhalen. Soms kom je er ook gewoon niet achter, dan probeer je je baby te kalmeren door rustig te blijven kletsen, te wiegen en te troosten.

Als het huilen aanhoudt en je je zorgen maakt, kun je altijd hulp vragen aan je verloskundige of lactatiekundige. Zij kunnen achterhalen of er een reden is dat je baby huilt en tips geven om hem of haar te kalmeren.

Lees ook: Wanneer huilt een baby bovenmatig veel, en hoe ga je hier mee om?

Kraamtranen

Niet alleen je baby huilt deze week: het kan zijn dat jij ook een potje flink moet huilen. Zo’n drie tot vijf dagen na de bevalling kun je emotioneel worden, het zijn de beruchte kraamtranen. Het wordt je allemaal te veel en om het minste of geringste huil je. Meestal gaat dit na een paar dagen vanzelf over. Wees mild voor jezelf en draai de stroom aan kraamvisite een beetje terug. Geen kraamtranen? Geen zorgen, er is niets mis met je. Niet elke pas bevallen vrouw heeft hier last van.

Lees ook: Gewoon de baby blues of is er meer aan de hand? (Interne link: geen roze wolk)

Hoe voel je je lichamelijk? Het kan zijn dat je je beurs en blauw voelt, misschien heb je wel hechtingen gekregen? Sowieso moet je baarmoeder weer slinken naar haar vroegere formaat en komt daar aardig wat bloedverlies bij kijken. Soms zitten er vrij grote stolsels tussen; dit is allemaal normaal. Als je hier onzeker over bent, bespreek het dan met je kraamverzorgende. Zij kan ook je eventuele hechtingen controleren en de verloskundige doet dat ook als ze eind van de week bij je langskomt. Wees lief voor jezelf en laat de kraamzorg en je partner goed voor je zorgen. Dan herstelt je lichaam het snelste.

De hielprik

Ergens tussen de 72 uur en 96 uur na de geboorte, zal een (wijk)verpleegkundige of de verloskundige wat bloed prikken bij je baby. Dit gebeurt in de hiel, het is de zogenaamde hielprik. Deze prik is niet verplicht, maar helpt ziektes te vinden die mogelijk goed te behandelen zijn. Binnen vijf weken krijg je de uitslag thuisgestuurd.

Vaak wordt tegelijk met de hielprik, de gehoortest (externe link https://www.pns.nl/gehoortest-baby) afgenomen. Soms wordt de test op het consultatiebureau gedaan, dat gaat in elke gemeente anders. Je krijgt dan een uitnodiging om ergens in de eerste maand langs te komen. Met deze test wordt gemeten of je kindje goed genoeg hoort om te kunnen leren praten. De test duurt maar een paar minuten en kijk niet gek op als je baby er gewoon doorheen slaapt.